zaterdag 8 juni 2013

Grommen en grauwen.

In het boek over statistiek (Andy Field) dat ik doorploeter om te proberen mijn nu nogal bescheiden kansen op een baan wat op te krikken trof ik een lijstje aan van de muziek waar de auteur, een vrolijke psycholoog, van houdt. Harde rock. Een aantal bands herkende ik wel, en heb ik zelf ook in de cd-kast staan. Andere waren mij onbekend.

Eens proberen.

Dream Theater en Opeth vallen me nu op. Dream Theater omdat ze zulke mooie lange nummers schrijven, complexe muziek maken en zo goed zijn op hun instrumenten. Mijn parmantige opmerking over tijdsduur in de recensie van RW/RO kan weer in de prullebak. DT zet live zelfs een orkest in, althans, zo klinkt het. Ook niet erg inventieve muziek, overigens, het orkest krijgt hier een derivaat van dramatisch-romantische filmmuziek te spelen, nogal clichématig, misschien is dat onvermijdelijk als een rockband een orkest gebruikt. Bij beide bands hoor ik dat interessante onderscheid tussen cleane akoestische gitaar en zwaar vervormde elektrische gitaren. Maar dan begint het. Bij Opeth wisselt ook de zang tussen clean (lichtelijk onaangedaan, ik moest aan ijselijke uitvoeringen van renaissance-missen denken) en distorted. De zanger klinkt dan als de bad guy in zo'n film waarin bodybuilders elkaar in een fantasie-verleden met zwaarden te lijf gaan. Ik had die grauw het eerst gehoord in Live Evil van Black Sabbath, waarin Ronny James Dio, een beschaafde man en een liefhebbende echtgenoot, het publiek toebrult dat hij eigenlijk een ijzeren man is. Gelukkig hervatte hij hierna zijn, ook al tamelijk rauwe, normale zang.

Grommen en grauwen. Ik moet er (nog) elke keer als ik het hoor van lachen, vooral waar ik enkele woorden herken die steevast iets met dood en verderf te maken hebben. Dat kunnen ze toch niet echt menen? Jongens, neem een pepermuntje! Maar waarschijnlijk doe ik hiermee een heel genre tekort dat ik totnogtoe alleen van naam kende. De Grunt. Tjee, hij bestaat echt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten