maandag 24 februari 2014

Waterliniepad en Steden als TV-persoonlijkheden

Op pad van Gorinchem naar Culemborg

Heel lang gelee, toen ik nog TV keek, kwam af en toe een program voorbij dat 'van gewest tot gewest' heette. Ik kan me er niet veel meer van herinneren dat steevast steden als Gorinchem en Culemborg werden aangedaan, mooie oude Nederlandse steden die er misschien wat gemoedelijker uitzagen dan de Hollandse steden, waar het leven wat langzamer leek te gaan, en waar mensen in een aantrekkelijk(er) accent spraken. Gorinchem is ook een doorgangspunt voor een aantal langeafstandswandelingen, en ook Culemborg heb ik daarvoor al een paar keer aangedaan. Maar totnogtoe was ik nog nooit van G naar C gewandeld. Gisteren dus voor de eerste keer.

Maar ik heb deze wandeling al wel eens in twee delen gedaan, uit/instijgen in Leerdam, ook bekend van het Grote Rivierenpad. Gorinchem wordt ook aangedaan door het Pelgrimspad, en ik kwam behoorlijk in de buurt van het traject van het Maarten van Rossumpad. Een andere distinctie die dit specifiek traject deelt met een select clubje andere is dat het om een werkelijk enorme afstand gaat. Ik kwam uit op iets van 34 km, en ik voel nu een lichte spierpijn in mijn bovenbenen. Lekker afzien dus.

Een voordeel van dit pad is, dat ik in Gorinchem niet hoefde te rennen om een pont te halen. Het pad loopt langs de muren, met uitzicht op poorten, een fraaie molen, en een beeld met mij onbekende betekenis.
Molen op de muur
Na een aantal kilometers over de dijk langs de Waal keert het pad landwaarts, over weggetjes langs maneges, boerderijen, tussen eindeloze rijen bomen. Ik stak een paar keer een snelweg over, en, jawel, de Betuwelijn. Regelmatig liep ik langs waterpartijen, die hier ruim in het landschap aanwezig zijn.

Waterpartij nabij Kedichem
In de buurt van Leerdam kruiste ik het Grote Rivierenpad, dat hier deels opgaat met het Waterliniepad. Dus zag ik nogmaals de scheve toren van Acqoy, het fort bij Asperen, en de grote aantallen bunkers [Nederlandse term: groepsschuilplaatsen] langs de dijken.

Opvallend waren de werkzaamheden die her en der in het land plaatsvonden. Rijen bomen lagen, gekapt en van takken ontdaan, op de grond, en sloten en vaarten werden uitgebaggerd. De beschoeiingen van plassen in het gebied dat 'Klein Hoogland' heet worden op dit moment gerepareerd, maar voor je iets kunt herstellen moet het kapot zijn, en daar zorgen de enorme graafmachines die het werk klaren ook voor. Ik moest ploeteren over nogal geruineerde weggetjes, net als over de vaartkant langs de Prijssche Wetering, waarop de uitgebaggerde nog maar net wat gedeponeerd. Zal over een weekje wel weer begaanbaar zijn.

Nabij Culemborg heb ik de verleiding weerstaan om de kortste weg naar het station te nemen, om nogmaals langs een van de zo vele nog in het landschap aanwezige oudere verdedigingswerken te wandelen. Fort Everdingen en Werk aan de Spoel liggen nog steeds dominant in het lage landschap. Het zou onderhand aardig zijn om zo'n fort ook eens te bezoeken. Vanaf de graskades langs de rivier (de Lek) had ik een fraai uitzicht op de spoorbrug die hier in het namiddag-winterzonnetje lag te baden.

Brug in het zonnetje

Het was mooi geweest, ik nam een kortere weg die niet door het centrum van Culemborg leidde naar het station waar ik om iets voor 6 aankwam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten