donderdag 20 februari 2014

Het Einde van het Hollands Kustpad

Hollands Kustpad ten Einde?

Een paar weken terug, de precieze datum ontsnapte me even, heb ik het mij nog resterend deel van het Hollands Kustpad gelopen. Aan het eind had ik het gevoel echt iets volbracht te hebben; bij nader beschouwing had ik ook een fikse blaar op de hiel van mijn linkervoet, en een gat in de binnenbeschoeiing van mijn linkerschoen, merkwaardigerwijze precies op dezelfde plaats als de blaar. Huid repareert zichzelf (gegeven enige tijd), maar die schoen moet nu even in de ruststand. Ze verslijten echt!

Om redenen van logistieke efficientie (aansluiting van bussen en treinen) besloot ik om in Den Helder te beginnen, en vandaaruit naar het zuiden te wandelen. Bij het maken van mijn overwegingen moet ik vergeten zijn even naar buiten te kijken, want de bijzonder straffe en schrale zuidewind die ik op het hele traject aantrof had ik natuurlijk ook thuis al kunnen opmerken. Niet gedaan, me in tram en trein begeven om na enkele uren tuffen over het niet erg inspirerende Noord-Hollandsche Landschap (westelijk Nederland bestaat sinds enkele decennia uit een enorme buitenwijk, afgewisseld met nog een paar weilanden en hier en daar een sloot) in Den Helder gearriveerd. De gebruikelijke vlaggetjes waren duidelijk op palen en kastjes aangebracht, het is niet moeilijk de weg hier te vinden.

Den Helder moet, ik had het al eens gemerkt, een van de lelijkste steden zijn die ik ken. Van een aardig, oud centrum is nauwelijks sprake, het lijkt wel alsof het allemaal van die deprimerende buitenwijken zijn, schraal als de Noordhollandsche Wind die ik er, even later, buitendijks aantrof. Gelukkig voert het pad al spoedig over de dijk heen, hier ook werkelijk en zichtbaar de bescherming van het land, en kwam ik aan de grens tussen Waddenzee en Noordzee terecht. Ik had al snel de wind direct tegen, en dat bleef zo.

Na enkele kilometers over die zware buitendijk trok het pad de duinstrook in, die hier niet heel erg breed is. Wel grappig om, hoog in de duinen, de diepe polders in te kijken, al die rechte sloten, je kunt de contouren van de oude binnenmeren redelijk goed zien. Even later verdwenen die onder de buitenwijkjes van Julianadorp, zelf niet veel meer dan een (iets) oudere buitenwijk. Holland op zijn op-een-na-Lelijkst (Den Helder wint).

Maar gelukkig trekt het pad even later iets landinwaarts, zelfs tussen bosschages door, langs campings en iets oudere bebouwing, doorheen een gebied waar veel paardenmanages liggen. Het afbuigpunt van het pad naar de Afsluitdijk komt in zicht, ik wandel verder naar het Zuiden, richting Callantsoog. Dit dorp lag nogal op de schop, maar het straalt toch iets van gemoedelijkheid, zelfs gezelligheid uit, en (lees ik op de muren van een enkele supermarkt) de winkels zijn er werkelijk dag-en-nacht geopend. Waarschijnlijk heeft dit dorp een regioverzorgingsfunctie; zeker had het, kortstondig, een wandelaars-verzorgingsfunctie, want ik kon er mooi bij de plaatselijke bakker een stel warme oliebollen aanschaffen [op zondag!], brandstof voor de laatste etappes.

Die verlopen langs de rand van een natuurgebiedje, het Zwanenwater, dat zelf helaas goeddeels ontoegankelijk lijkt. Even later, het schemert al, kan ik een afslag richting zee nemen, de Pettemerduinen in. Aan de ene kant ligt het gebied van ECN, het Energiecentrum Nederland, waaraan het EU-gebied ligt dat ook thuis is voor de experimentele kernreactor. Ik wandel verder, door snel dichter wordende duisternis, door het mooiste gebied van deze tocht. Even later kom ik in Petten uit, loop ik naar de plaatselijke bushalte, alwaar blijkt dat ik maar een paar minuten hoef te wachten. Het pad is, voor mij, kortgesloten, hoogstens zal ik nog eens het stuk naar de Afsluitdijk lopen. Wat daarachter ligt (Friesland, Groningen) is te ver weg voor een dagtocht... maar belooft wel een heel wat aantrekkelijker wandelgebied te zijn dan althans veel van de stukken pad in dit karige, schrale en vale Noord-Hollandse landschap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten