maandag 23 september 2013

HIP volgens De Vriend

HIP volgens De Vriend

of, Beethoven on steroids

Afgelopen vrijdag 20 sept. 2013 heb ik een concert van het Residentie Orkest bijgewoond. Het orkest werd gedirigeerd door Jan Willem de Vriend, de solist was Alexander Melnikov. Op het programma uitsluitend Beethoven: de ouverture 'Coriolanus', het vijfde pianoconcert, en de vierde symfonie.

Een paar dagen eerder had ik het orkest al onder leiding van dezelfde dirigent het Prinsjesdagconcert horen spelen, ook uitsluitend Beethoven. De belangrijke kenmerken van dat concert gingen vrijdag ook op. Het orkest speelt de 'oudere' klassieke muziek tegenwoordig zonder vibrato in de strijkers, hoewel ik natuurlijk niet weet of alle dirigenten zich hieraan zullen houden. Verder worden de te spelen stukken met een behoorlijk hoog tempo genomen, is er sprake van meer heftige gestiek (en minder uitdrukkelijk legato-klankmaken), en zit er vaak (maar niet altijd) een kleiner orkest op het podium.

Dit maakt dat Beethoven weer nieuw en fris kan klinken, en dat decennia luisterbagage niet hoeft te hinderen bij het apprecieren van concerten van wat, uiteindelijk, toch de stalen kern van het ijzeren repertoire is. Nou nee, eerder die kern was, tot mischien enkele decennia geleden; daarna hebben (is mijn indruk) de latere romantici als Mahler en Shostakovich die plaats ingenomen. Niet meer dus, terug naar vroeger... maar wel helemaal anders. De zware tempi, de plechtstatige interpretaties alsof elke Beethoven een Uiting van Diepste Filosofie was, door Dirigent en Orkest in Alle Ernst Te Presenteren en door Het Publiek in Gepaste Eerbied Tot Zich Te Nemen, de enorme orkesten, de massieve akkoorden (denk Karajan), het lijkt allemaal wat achter ons te liggen. De Nieuwe Beethoven klinkt (weer) revolutionair, opwindend, en (grappig effect) zijn nabuurschap van Haydn klinkt (weer) duidelijker door. Dus, hoewel ik eerder wat gegromd heb over de speel-op-zeker-keuze van het repertoire dit seizoen, ben ik nu toch door Beethoven overtuigd.

En door RO, de Vriend, en Melnikov natuurlijk. Het pianoconcert, dat al evenzeer in Granieten Uitvoering in mijn geheugen staat (Serkin, Bernstein, NYPh), werd zowaar weer een speels en assertief werk, met flitsend passagewerk voor de pianist, en, gelukkig nog steeds, krachtige tutti in het orkest. Ik hoorde nauwe interactie tussen orkest en solist, en zag die ook: Melnikov keek zeer aandachtig naar dirigent en naar de verscheidene instrumentalisten met wie hij tijdens het concert tijdelijke duetrelaties aanging. Het orkest zat in uitgedunde opstelling op het podium. Dat gecombineerd met de niet-doorvibreerde toonvorming had voor een serieus balansprobleem kunnen zorgen, wat zich overigens bij 'normale' romantische concerten ook al voordoet: de piano is te krachtig. Misschien ligt het ook eraan dat ik vrij ver vooraan zit, dan heeft de piano al vanzelf de neiging om te overheersen, en het geluid van de strijkers lijkt pas verder in de zaal goed tot zijn recht te komen. Er was iets aan gedaan: de klep van de vleugel was verwijderd. Wonderlijk effect: het geluid van de piano is aanmerkelijk zachter, lijkt van verder weg te komen, mengt beter met dat van het orkest. En de hoge en lage tonen krijgen, lijkt het, meer een eigen klankkarakter. Maar toch, een lichtere en helderder vleugel toegesneden op het klassieke repertoire zou, dunkt mij, een beter oplossing zijn. Ik heb er niet toevallig een in de kelder staan, haast ik mij hieraan toe te voegen.

De vierde symfonie is een van mijn favorieten, moeilijk uit te leggen waarom, Beethoven lijkt hier misschien iets minder zelfbewust zijn Goddelijke Missie te volvoeren en staat zich toe fraaie melodieen en lichtere klankweefsels te schrijven. Het is allemaal niet zo noodlot-doordrongen, wat overigens ook het vierde pianoconcert zo voor me inneemt, en eerdere kamermuziekwerken voor blazers. Ook hier, een HIP-uitvoering, nu met het orkest op volle sterkte. De Vriend swingt op de bok dat het een aard heeft, wat zich grappig genoeg vertaalt in een bijzonder gedisciplineerd spelen door het orkest.  Ik bemerk een subtiele ritmische flexibiliteit, ook al interessant. In het tweede deel een paar ritmische oneffenheden in openliggende vioolfiguren, verder strak gespeeld.

Kortom: mooi concert, Beethoven overtuigend afgestoft, dirigent, pianist en orkest kunnen het goed vinden met elkaar.

Ohja, ik was iets vroeger en viel middenin de presentatie vooraf die, begrijp ik, intussen vast onderdeel van het concert is geworden. Heel aardig gedaan, niet gelikt maar wel professioneel gepresenteerd, en drie strijkers uit het orkest sloegen zich moedig door een trio en door nogal veel omgevingsgeruis heen. Fagottist liet een, kennelijk, berucht loopje horen uit de vierde symfonie. En jawel hoor, zo tegen het eind hoorde - en herkende! - ik hetzelfde loopje nog een keer, supersnel, extreem virtuoos, en het kwam er lekker uitrollen. Bij het volgende concert kom ik vroeger om de hele intro mee te pakken. Goed plan, leuk uitgevoerd. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten