donderdag 3 juli 2014

U kunt wel niet geinteresseerd zijn in oorlog...

... maar oorlog is wel in u geinteresseerd!

De afgelopen weken heb ik, weer eens, wat op mijn oude vakgebied gelezen: oorlog. Niet een modern vertoog over hoe terroristen nu weer de wereld zullen doen wankelen (of niet), niet een uitleg van de economisch-cultureel-militaire opkomst van China, maar twee boeken over Wereldoorlogen. Historisch maar nog (net) herkenbaar. Denk aan de (experimentele) kleurenfilmpjes die zowel Duitsers als Geallieerden schoten tijdens WW2, dan kijk je de geschiedenis opeens recht in het gezicht, denk ook aan de auto en, jawel, het uniformjasje waarin Franz Ferdinand van Oostenrijk werd vermoord... hetzelfde effect.

De twee boeken die ik heb gelezen:
A short history of World War 1, James L. Stokesbury (1981/2002)
The struggle for Europe, Chester Wilmot (1952/1997)

Het is verleidelijk om van beide boeken uitvoerig de inhoud te bespreken, maar dat doe ik niet. Uiteindelijk spreken de titels van beide boeken voor de inhoud, die mij (om toevallige redenen) bijzonder interesseert; wat mij echter intrigeert en waarover ik wat schrijf is de kwestie van perspectief en toon.

Stokesbury schrijft zoals het een historicus betaamt die terugkijkt op een periode van Europese en nationale geschiedenis die als een tikje genant wordt beschouwd. Hij doet dat in de lichtelijk afstandelijke toon, met die touch van ironie die zo vrolijk leest omdat ze de lezer betrekt in een heimelijk 'we zijn het met elkaar eens, dit was belachelijk' universum. Slechts een enkele keer betrekt hij expliciet stelling. Wilmot zit (nog) veel dichter bij zijn onderwerp en leeft nog in de directe gevolgen van het conflict dat hij uitvoerig uit de doeken doet. In zijn toon geen ironie, maar een (onderdrukte) ergernis over de onenigheid tussen de Britse en de Amerikaanse oorlogsdoelen in Europa, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog.

WW1

Toch wat over de inhoud. Een deel van de ontgoocheling die met WW1 samenhangt heeft, denk ik, te maken met de relatieve onwetendheid die leidende politici en publieke opinie in de betrokken landen hadden over wat ze te wachten stond. Niemand had verwacht dat het zo erg zou zijn; vooral de jarenlange schijnbare impasse aan de fronten (loopgravenoorlog) en de -achteraf- als zinloos bestempelde aanvallen die enorme aantallen soldaten het leven kostten maar nooit meer opleverden dan zeer beperkte terreinwinst. BBC heeft er, bij de eeuw'viering' van het begin van WW1, een aantal interessante artikelen aan gewijd. De manier waarop nu de publieke opinie terugkijkt op WWW1 is grotendeels bepaald door een aantal publicaties uit de jaren '60 en '70 die, geheel in het teken van de contracultuur van die tijd, betoogden dat de ellende veroorzaakt werd door de onverschilligheid van de hogere legerleiding voor het lot van de soldaat in de loopgraven. En inderdaad, als je het op een specifieke manier belicht dan is het volslagen idioot dat generaals die 'ver achter de frontlijn in comfortabele kasteeltjes woonden' keer op keer dezelfde aanval lieten uitvoeren, met keer op keer dezelfde enorme verliezen aan mensenlevens. Stokesbury laat ook zien dat de generaals (en andere strategen) worstelden met de nieuwe manier van oorlogsvoering, met implicaties van nieuwe techniek (machinegeweer, nauwkeurige en krachtige artillerie, enorme oorlogsschepen, duikboten) die, in elk geval aan het landfront, de verdediging een voordeel verschafte boven de aanval. Na enige jaren doorploeteren, nadenken, experimenteren en veranderen hadden zowel de centrale machten (Duitsland, Oostenrijk) als de Westerse mogendheden manieren gevonden om het initiatief voor de manoeuvre terug te winnen.

Veelzeggend is, volgens mij, dat de verliezen voor beide partijen ruwweg evengroot waren; ook de verdediging (en bijpassende tegenaanval) kostten enorme aantallen slachtoffers. De militaire les, voor zover van toepassing, is, dat stilstand in oorlog enorm kostbaar is, maar dat het breken van het front en ongeorganiseerde vlucht van eenheden funest kan zijn. Verzin een list! Maar oorlog wordt, nu eenmaal, om politieke redenen gehouden. Voorspelbaarheid en coherentie van allianties is wel de manier om onaangename verrassingen te voorkomen. Bij een mogelijke opponent moet geen enkel misverstand bestaan over de te verwachten reacties; waar dit toch het geval is, of waar allianties het onderling niet voldoende eens worden over het na te streven doel kan een avonturier toch eens een gokje wagen. De nexus tussen politieke en militaire doelen blijft altijd interessant, vooral waar leidende politici uitgesproken opvattingen hebben over politieke doeleinden en de manier waarop militaire acties het mogelijk moeten maken die te realiseren. De naam van Churchill springt er twee keer uit: een keer bij de tragische acties rond de Dardanellen (goed idee, luie uitvoering), en een keer bij het concipieren van een manier om door de vastliggende frontlijn te breken, wat uiteindelijk tot de eerste tanks leidde. Wat een sluwe en snelle geest, en wat stak hij uit boven zijn tijdgenoten...

WW2

Wilmot's boek beschrijft, in behoorlijk detail, de voorbereidingen van de Geallieerde landen in Normandie, het verloop van de oorlog aan het Westelijk front, tot en met de capitulatie van Nazi-Duitsland. In de recensies op amazon (altijd fascinerend) wordt uitvoerig ingegaan op zijn eenzijdige focus; per slot van rekening werd, zo gaat nu de Opinio Communis, de oorlog gewonnen door de Russen en kwamen de Westerse Geallieerden nog net op tijd om een paar kleinere West-Europese landen te bezetten. We moeten, zo gaan die meningen verder, de Russen dus dankbaar zijn, en eens vriendelijk lachen over de inspanningen van GB en de VS.

Volslagen flauwekul natuurlijk. Allereerst omdat een reactie als 'dankbaar zijn' een relatie moet hebben met niet alleen de positieve effecten voor 'ons', maar ook, vooral, met de offers die gebracht zijn om 'ons' die effecten te doen ervaren, en met de intentie waarmee die offers zijn gebracht. Stalin was -altijd- een imperiumbouwer, een wrede gangster die er niet tegenopzag om een goed deel van de bevolking van het land dat hij regeerde op te offeren aan zijn eigen doeleinden. Het was min of meer toeval dat de militaire inspanning die de SU daartoe heeft gepleegd een groot aantal Duitse legers heeft geconsumeerd. Kijk naar de acties die Stalin tijdens de latere fasen van WW2 heeft laten uitvoeren: het omzetten van regeringen in bezette landen, het opdringen van een communistisch regime aan landen en volken die daar helemaal geen zin in hadden. Aan het eind van de oorlog had Stalin zijn strategische doelen gerealiseerd, en dat dat ten koste was gegaan van een groot deel van zijn eigen bevolking zal hem niet veel hebben geinteresseerd. Moeten we die man dankbaar zijn? Nee.

Ten tweede hadden de Westerse Geallieerden wel degelijk enorme legers in het veld, hebben ze gigantische Duitse legers verslagen (danwel gevangengenomen). En ze hadden ook nog een andere formidabele opponent (Japan), zodat ze zich nooit volledig op een enkele tegenstander konden concentreren. Er wordt veel gemaakt van de tweefrontenoorlog waarmee Hitler zich geconfronteerd zag, maar diezelfde realiteit kenden beide Geallieerden.

Wilmot gaat uitvoerig in op de relatie tussen politieke en militaire doelen, en op het risico om voor het bereiken van eigen vitale politieke doelen afhankelijk te zijn van de militaire macht van een mogendheid die heel andere en -vooral- minder vitale doelen had. De benauwde Britse positie komt keer op keer naar voren, bij het uitkiezen van tijd en doel van de aanval, de manier waarop de aanval zou worden uitgevoerd, de manier waarop militair-operationele doelen werden gekozen, tot en met de manier waarop de overall-commandant zijn 'eigen' generaals bevoordeelde bij bevoorrading en taktische leiding. Fascinerende stof, ik had er al eens over gelezen in de memoires van Churchill. Hij komt, alweer, uit de verf als een snelle, heldere denker die wat dieper in de donkere geest van een vermeende bondgenoot (Stalin) keek dan de nogal naief overkomende F.D. Roosevelt. Ik moest bij de paragrafen over FDR die meent dat hij persoonlijk goed bevriend is geraakt met Josef Stalin even denken aan G.W. Bush die in 2001 vermeldde dat hij Putin in de ogen had gekeken, en dat ze er wel uit zouden komen, als soul buddies. Fascinerend uitgangspunt voor een bespreking van verheffen van persoonlijk contact tot bepalende factor in internationale verhoudingen, en inschattingsfouten die hieruit voortvloeien.

Meer?

Ik wil nu wel meer weten over wat er precies in WW1 is gebeurd; het overzicht (iets meer dan 300 pp) is nog te beknopt. WW2 blijft fascinerend, het is op allerlei manieren dichterbij dan WW1, ook in militair opzicht zijn er interessantere zaken gebeurd. Het bouwen en runnen van een coalitie is hier het relevante politieke thema, alsmede de relatie tussen politieke en militaire doelen. Grappig dat wat Wilmot de 'Amerikaanse manier' van doen noemt, het geven van veel keuze- en beslissingsvrijheid aan de militair in het veld, de standaard aanbeveling aan politici en militairen is geworden. Komt dat voort uit het goede Amerikaanse voorbeeld, of uit een inschatting dat hedendaagse politici niet aan het strategisch inzicht van een Churchill kunnen tippen en het -dus- maar beter kunnen vergeten, opdat ze geen brokken maken? Leuke valse keuze, daar kan de lezer het weer even mee doen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten